Skip to main content
Nieuwe spelregels in B2B-relaties

Nieuwe spelregels in B2B-relaties vanaf 1 december 2020


  • Transparantieregel

Artikel VI 91/2 WER:

Indien alle of bepaalde bedingen van de overeenkomst schriftelijk zijn, moeten ze duidelijk en begrijpelijk zijn opgesteld. Een overeenkomst kan onder meer worden geïnterpreteerd aan de hand van de marktpraktijken die er rechtstreeks verband mee houden.

Consumentenrecht: niet alleen grammaticaal begrijpelijk, maar moet toelaten op basis van duidelijke en begrijpelijke criteria de economische gevolgen in te schatten.

Er is geen automatische nietigheid van een onduidelijk beding, maar dit moet worden geïnterpreteerd conform het gemeen recht (artikel 1162 BW). Er is een verhoogde controle voor essentiële bedingen (de kernbedingen in de overeenkomst).

  • Verbod op kennelijk onevenwicht tussen partijen

Artikel VI.91/3, §1 WER:

Voor de toepassing van deze titel is elk beding van een overeenkomst gesloten tussen ondernemingen dat, alleen of in samenhang met één of meer andere bedingen, een kennelijk onevenwicht schept tussen de rechten en plichten van de partijen, onrechtmatig.

Kennelijk onevenwicht: dit wordt marginaal door de rechter marginaal getoetst. De contractsvrijheid van de partijen blijft hierbij weliswaar het uitgangspunt.

Artikel VI. 91/3, §2 WER geeft aan dat hierbij rekening wordt gehouden met:

  • Alle omstandigheden bij sluiten van overeenkomst
  • Andere bedingen van de overeenkomst of van samenhangende overeenkomsten
  • De aard van het product
  • De vereiste van duidelijkheid en begrijpelijkheid van het beding
  • De algemene economie van de overeenkomst
  • Handelsgebruiken en de sector

Deze elementen worden beoordeeld op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst.

  • Wat is het verschil tussen de zogeheten zwarte en grijze bedingen?

Bedingen op de zwarte lijst (artikel VI 91/4 WER) worden altijd geacht onrechtmatig te zijn en zijn dan ook verboden. De sanctie hiervoor is de niet-toepassing van dit beding, al laat dat de rest van de overeenkomst onveranderd (tenzij er meerdere onrechtmatige bedingen in voor komen).

Bedingen op de grijze lijst worden geacht onrechtmatig te zijn, maar hiertegen kan een tegenbewijs worden geleverd door de partij die het beding toch wil inroepen (artikel VI 91/5 WER)

  • De zwarte lijst: artikel VI 91/4 WER:

Zijn onrechtmatig, de bedingen die ertoe strekken te voorzien in een onherroepelijke verbintenis van de andere partij terwijl de uitvoering van de prestaties van de onderneming onderworpen is aan een voorwaarde waarvan de verwezenlijking uitsluitend afhankelijk is van haar wil.

Dit is het verbod op de potestatieve opschortende voorwaarde in overeenkomsten (artikel 1174 BW). Een potestatieve voorwaarde is een voorwaarde die de uitvoering van de overeenkomst doet afhangen van een gebeurtenis die een van de contracterende partijen kan doen plaatshebben of verhinderen.

Voorbeeld: een voorwaarde die stelt dat de huurovereenkomst zal worden verbroken wanneer de huurder trouwt. De vervulling van deze voorwaarde hangt volledig af van de wil van de huurder.

Een beding hoort thuis op de zwarte lijst wanneer een onherroepelijke verbintenis wordt overeengekomen voor de ene partij (bijvoorbeeld betalen) terwijl de uitvoering van de verbintenis door de onderneming afhangt van een potestatieve voorwaarde.

Zijn onrechtmatig, de bedingen die ertoe strekken de onderneming het eenzijdige recht te geven om een of ander beding van de overeenkomst te interpreteren.

Eenzijdige interpretatiebedingen zijn niet toegestaan, maar partijbeslissingen (waarbij aan één of meerdere partijen in een overeenkomst de bevoegdheid krijgen om eenzijdig het contract te bepalen, wijzigen of op te zeggen) zijn wel toegestaan.

Voorbeelden:

“In geval van twijfel over de inhoud en draagwijdte van de contractuele bedingen, prevaleert de interpretatie die voor de opdrachtgever het meest gunstig is.” → wel toegestaan

“In geval van twijfel over de inhoud en draagwijdte van de contractuele bedingen, beslist de opdrachtgever hoe het beding geïnterpreteerd moet worden.” → niet toegestaan

Zijn onrechtmatig, de bedingen die ertoe strekken in geval van betwisting, de andere partij te doen afzien van elk middel van verhaal tegen de onderneming.

Het is niet toegestaan om een partij de toegang tot een rechter te ontzeggen. Ook eigenrichting clausules zijn verboden.

Voorbeeld van een eigenrichtingclausule: “In geval van betwisting is het de opdrachtgever die beslist en wiens beslissing bindend is.”

Arbitragebedingen, uitdrukkelijk ontbindende bedingen, bedingen inzake een bindende derdenbeslissing, bevoegdheidsbedingen en verjaringsbedingen zijn wel toegestaan.

Zijn onrechtmatig, de bedingen die ertoe strekken op onweerlegbare wijze de kennisname of de aanvaarding van de andere partij vast te stellen met bedingen waarvan deze niet daadwerkelijk kennis heeft kunnen nemen voor het sluiten van de overeenkomst.

Onweerlegbare kennisname- of aanvaardingsbedingen zijn niet toegestaan.

Er moet een mogelijkheid tot kennisname zijn geweest, dus wanneer er een weerlegbaar vermoeden wordt bedongen dat de contractspartij kennis heeft kunnen nemen van bepaalde algemene voorwaarden of contractuele bepalingen, is dat wel toegestaan.

Voorbeelden van bedingen die toegestaan zijn:

“De klant verklaart kennis te hebben genomen van de op de keerzijde vermelde algemene voorwaarden.”

“De ondergetekende erkent het Algemeen Reglement der verrichtingen te hebben ontvangen en het te aanvaarden.”

“❎ Ik ga akkoord met de algemene voorwaarden.”

  • De grijze lijst: artikel VI 91/5 WER

De mogelijkheid om tegenbewijs te leveren van het vermoeden dat deze bedingen onrechtmatig zijn, is niet wettelijk geregeld. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de contractvrijheid primeert indien de clausule de wettelijke wil van de partijen reflecteert, en ook omwille van economische motieven kan worden afgeweken van de normale juridische afweging van contractuele rechten en plichten.

Men kijkt hier ook naar de norm ‘kennelijke onevenredigheid’: wanneer een beding niet kennelijk onredelijk is, kan dit als tegenbewijs voor het vermoeden van onrechtmatigheid dienen.

Er wordt voor het tegenbewijs gekeken naar:

  • Alle omstandigheden bij sluiten van overeenkomst
  • De algemene economie van de overeenkomst
  • Handelsgebruiken en de sector
  • Andere bedingen van de overeenkomst of van samenhangende overeenkomsten
  • Aard van het product
  • De eventuele machtsverhouding tussen partijen

Een manier om zeker te zijn dat dit tegenbewijs in de overeenkomst voorhanden is bij een beding dat toch op de grijze lijst staat, is door een of meerdere van de volgende dingen reeds in de overeenkomst op te nemen:

  • Wat de tegenprestatie voor die bepaling is
  • De achterliggende economische reden opnemen
  • Het grijze beding koppelen aan andere artikelen waaruit blijkt dat rechten en plichten niet onevenwichtig zijn
  • Dat over het beding tussen partijen apart is onderhandeld

De onderneming het recht te verlenen om zonder geldige reden de prijs, de kenmerken of de voorwaarden van de overeenkomst eenzijdig te wijzigen;

Kan ik als verkoper nog bedingen dat ik eenzijdig de prijs kan aanpassen?

In principe niet, tenzij deze eenzijdige prijsaanpassing af hangt van objectieve elementen, zoals een prijswijziging ten gevolge van een wijziging in de prijs van de grondstoffen of een indexering.

Het is geen voldoende tegengewicht om de andere contractspartij een kosteloos opzegrecht toe te kennen indien toch een eenzijdige (niet-objectieve) wijziging wordt doorgevoerd door de ene partij.

Voorbeelden van bedingen die niet toegestaan zijn:

“De overeengekomen leveringstermijnen zijn slechts indicatief (niet bindend) en de Leverancier behoudt zich het recht voor om de levering te doen op een tijdstip dat voor haar het meest geschikt is”

een overeenkomst van bepaalde duur stilzwijgend te verlengen of te vernieuwen, zonder opgave van een redelijke opzegtermijn

Het is dan wel toegestaan om te bedingen dat een overeenkomst van bepaalde duur wordt verlengd of vernieuwd, ook wanneer partijen dit niet expliciet zo overeenkomen (bijvoorbeeld wanneer zij de overeenkomst ook na het verstrijken van de termijn blijven uitvoeren).

In deze situatie is het niet duidelijk of dit dan een overeenkomst van onbepaalde duur wordt, maar het is in ieder geval vereist dat deze overeenkomst vervolgens eenzijdig door een van de partijen mag worden opgezegd (eventueel met opzegtermijn).

Mag ik nog een overeenkomst van bepaalde duur afsluiten? Ja, dit mag nog steeds, maar het is eventueel aangewezen om toch een opzegtermijn op te nemen in de overeenkomst.

Zonder tegenprestatie het economische risico op een partij leggen indien die normaliter op de andere onderneming of op een andere partij bij de overeenkomst rust;

Het is in principe niet toegestaan om het economisch risico te verleggen naar de andere partij indien hier geen tegensprestate tegenover staat.

Voorbeelden:

In de distributiesector rust het risico van niet verkochte of bedorven voedingsproducten in principe op de producent. Deze kan in principe dit risico verleggen naar de afnemer of klant, doch enkel wanneer in het beding wordt aangeduid dat dit ingecalculeerd is in de prijs en dat dus een tegenprestatie werd voorzien.

“Gebeurlijke stilstandschade met betrekking tot het materieel en personeel van de Opdrachtnemer ingevolge door de Opdrachtgever gevraagde onderbreking(en) van de werken komt niet voor enige vergoeding in aanmerking.” → niet toegestaan

“De Leverancier verbindt zich ertoe om de onverkochte goederen (overgebleven stock) van de Afnemer op verzoek van laatstgenoemde, terug te nemen tegen de originele prijs.” → niet toegestaan

 

Mag ik het risico van het vervoer nog bij de klant leggen?

Het risico gaat in principe over op het ogenblik van de levering. Dit betekent doorgaans dat de verkoper/leverancier het risico voor verlies of tenietgaan van het goed draagt tot aan het moment van de koper de zaak feitelijk in zijn bezit krijgt. Zonder tegenprestatie mag je dit risico in principe niet verleggen naar de afnemer/de klant.

Op ongepaste wijze de wettelijke rechten van een partij uit te sluiten of te beperken in geval van volledige of gedeelde wanprestatie of gebrekkige uitvoering door de andere onderneming van een van haar contractuele verplichtingen;

Het is in principe verboden om de wettelijke rechten van een partij uit te sluiten of te beperken in het geval de andere partij een (contractuele) wanprestatie pleegt. Het is zo niet toegestaan om een catch-all bepaling te bedingen voor de wettelijke rechten die een partij heeft bij een wanprestatie.

Hierbij zijn de woorden ‘op ongepaste wijze’ belangrijk: wanneer kan worden aangetoond dat de beperking niet kennelijk onredelijk is, is deze in principe toegestaan.

Voorbeeld van een beding dat verboden is:

“Een betwisting of een protest van een factuur of een betwisting omtrent de geleverde goederen of dienst ontslaat de klant niet van zijn betalingsverplichting.”

onverminderd artikel 1184 van het Burgerlijk Wetboek, de partijen te verbinden zonder opgave van een redelijke opzegtermijn

Voorbeeld van een correct beding:

“Bij het verstrijken van de duur van deze overeenkomst wordt de overeenkomst automatisch en stilzwijgend verlengd voor eenzelfde periode tenzij een partij minstens een maand voor het verstrijken van de duur van de overeenkomst schriftelijk en aangetekend aan de andere partij meedeelt dat de overeenkomst een einde zal nemen bij het verstrijken van de duur.”

de onderneming te ontslaan van haar aansprakelijkheid voor haar opzet, haar zware fout of voor die van haar aangestelden of, behoudens overmacht, voor het niet-uitvoeren van de essentiële verbintenissen die het voorwerp van de overeenkomst uitmaken

Het is in principe niet toegestaan om je als onderneming te ontslaan van je eigen opzettelijke handelingen of een zware fout of die van je aangestelden. Wat een ‘zware fout’ is, is voor interpretatie vatbaar en hangt af van de soort overeenkomst.

Het blijft mogelijk om je aansprakelijkheid te beperken zo lang je jezelf niet volledig ontslaat van alle aansprakelijkheid. Daarbij moet worden vermeden dat de overeenkomst wordt uitgehold doordat een contractspartij zich ontslaat van haar aansprakelijkheid voor het niet uitvoeren van een essentiële verbintenis van de overeenkomst.

Voorbeeld van een verboden beding:

“De verkoper zal niet aansprakelijk gesteld kunnen worden voor de gevolgen van een lichte, gewone en/of zware fout vanwege haarzelf en/of haar aangestelden. De verkoper is enkel aansprakelijk in geval van opzet. De aansprakelijkheid van de verkoper is in ieder geval beperkt tot het bedrag (de prijs) opgenomen in de tussen partijen gesloten overeenkomst.”

De bewijsmiddelen waarop de andere partij beroep kan doen te beperken;

Het is in principe niet toegelaten om de bewijsmiddelen van andere partijen te beperken. In B2B-overeenkomsten is het bewijs tussen partijen immers vrij. Het is hierdoor wel nog toegestaan om de bewijswaarde en de bewijslast (wie wat moet bewijzen) te regelen.

Voorbeeld van een verboden beding:

“Meerwerken kunnen enkel bewezen worden met een afzonderlijke schriftelijke en door partijen ondertekende overeenkomst. Andere meerwerken worden niet aanvaard.”

Mag ik in een overeenkomst nog opnemen dat e-mails niet als bewijs kunnen bijgebracht worden? Nee, het is niet toegestaan om in B2B-overeenkomsten de bewijsmiddelen van de partijen te beperken.

in geval van niet-uitvoering of vertraging in de uitvoering van de verbintenissen van de andere partij, schadevergoedingsbedragen vast te stellen die kennelijk niet evenredig zijn aan het nadeel dat door de onderneming kan worden geleden;

Het bedingen van een schadevergoeding die niet evenredig is aan het geleden nadeel, is in principe niet toegestaan. Er is in B2B-overeenkomsten evenwel geen wederkerigheidsvereiste of gelijkwaardigheidsvereiste tussen de schadebedingen (deze is er wel bij B2C-overeenkomsten).

Voorbeelden:

“In geval van laattijdige betaling is de schuldenaar van rechtswege en zonder ingebrekestelling nalatigheidsinteresten verschuldigd aan de wettelijke interestvoet, alsook een forfaitaire schadevergoeding van 25% van de factuurprijs, met een minimum van 250 euro.” → niet toegelaten: een schadevergoeding van een kwart van de factuurprijs is te hoog.

“Bij gebrek aan voorlopige oplevering op <datum> zal de koper recht hebben op een vergoeding van 500 EUR per dag vertraging.” → niet toegelaten

Deze bepaling is niet van toepassing op een opzeggingsbeding. Ook wanneer een contractuele bepaling niet onder een beding valt, blijft de algemene norm van toepassing uit artikel VI 91/3 §1 WER met betrekking tot het kennelijk onevenwicht.

  • Sancties
  • De nietigheidssanctie

Artikel VI 91/6 WER

Elk onrechtmatig beding is verboden en nietig. De overeenkomst blijft bindend voor de partijen indien ze zonder de onrechtmatige bedingen kan blijven voortbestaan.

Wat houdt de nietigheid van een beding in?

In B2B-overeenkomsten hangt het af van de geschonden bepaling of de nietigheid relatief of absoluut zal zijn (in tegenstelling tot B2C-overeenkomsten, waar de nietigheid altijd ambtshalve door de rechter wordt opgeworpen).

Rol van de rechter: kan ambtshalve opwerpen, maar dit is niet onbeperkt. Bovendien heeft een rechter geen loutere beoordelingsbevoegdheid, maar ook de mogelijkheid om het ‘contractueel evenwicht te herstellen’ (parlementaire voorbereiding).

Wat is de impact van een nietig beding op de (rest van de) overeenkomst?

Reikwijdte nietigheidssanctie: de overeenkomst blijft bindend indien ze zonder nietige bedingen kan blijven voortbestaan. Wanneer het nietige beding een kernbeding is van de overeenkomst, brengt dit echter wel het voortbestaan van de overeenkomst in gevaar. Het is hierbij aangewezen om een deelbaarheidsclausule op te nemen in de overeenkomst.

  • De stakingsvordering

Dit betreft de mogelijkheid om aan de rechtbank te verzoeken de staking van het gebruik van het onrechtmatige beding te doen bevelen. Iedere belanghebbende (bijvoorbeeld concurrenten), beroepsregulerende overheden en beroeps- of interprofessionele vereniging mag het initiatief nemen om dit aan de bevoegde rechter te vragen.

  • Eventuele strafsancties

Enkel in het geval van kwade trouw (artikel XV.84 WER) kan een strafsanctie worden opgelegd. Deze sanctie betreft een geldboete van 26,00 tot 25.000,00 EUR (artikel XV.70 WER).

Copyright © Exacto-advocaten.be | Privacy policy | Website by It's me